De setting van een verhaal is de locatie en het tijdsbestek, of het waar en wanneer van het verhaal. Instellingen spelen vaak een cruciale rol in het verhaal omdat ze de personages, hun motivaties en hun acties beïnvloeden. De setting kan ook de omgeving omvatten, zoals het weer of de sociale en politieke factoren binnen de tijdsperiode, zowel lokaal als wereldwijd.
Studenten kunnen een zettingstabel maken om de tijd en plaats van het verhaal te identificeren , waardoor ze een dieper inzicht krijgen in de personages en hun situatie. Als een verhaal meerdere instellingen of tijdsperioden heeft, kunnen ze ook uitleggen hoe die veranderingen de personages en het plot beïnvloeden.
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Opleveringsdatum:
Doel: Maak een storyboard dat de setting in het boek identificeert.
Instructies voor studenten:
Begin met het schetsen van de redenen waarom de setting zo belangrijk is in het verhaal. Bespreek hoe een goed ontworpen locatie de plot kan bepalen, de toon kan bepalen en lezers bij het verhaal kan betrekken. Docenten kunnen enkele voorbeelden met de leerlingen delen over hoe een setting het verhaal kan maken of breken, en de setting van hun favoriete verhalen bespreken.
Organiseer een brainstormsessie om een verhaallijn te bedenken en ideeën te formuleren. Leerlingen moeten worden aangemoedigd om andere tijdperken, locaties en universums te overwegen. Moedig ze aan om locaties te bedenken die passen bij het type, de boodschap en de sfeer die ze met hun verhalen willen uitstralen. Vraag de leerlingen om eerst een verhaallijn te bepalen en vervolgens langzaam te werken aan de ontwikkeling van andere elementen van het verhaal.
Help de leerlingen bij het in beeld brengen van het verleden, het heden of de toekomst van het verhaal, en of het zich afspeelt in een echte of verzonnen locatie. Leraren kunnen leerlingen kennis laten maken met verschillende fictieve en non-fictieve omgevingen om hen inspiratie te geven. Leerlingen kunnen deze voorbeelden gebruiken als ze hun verhaallijnen aanvullen.
Afhankelijk van de verhaallijn van de leerlingen, vraag je ze om wat onderzoek te doen naar de door hen gekozen setting. Als het verhaal zich bijvoorbeeld afspeelt in de 19e eeuw en studenten een realistische samenleving willen laten zien, moet het een vergelijkbare levensstijl van mensen uit die tijd uitbeelden. Als de leerlingen kiezen voor een fictieve setting, kunnen ze hun fantasie gebruiken en hun creativiteit vrijelijk uiten.
Geef leerlingen de kans om hun voltooide werk te presenteren. Hiervoor kunnen lezingen, lezingen of tentoonstellingen worden gebruikt. Geef leerlingen positieve feedback en motiverende woorden en vraag hen om hun ervaringen met de activiteit te delen en al het nieuwe dat ze hebben geleerd te bespreken.
Een settinganalyse is essentieel omdat het het verhaal een contextuele achtergrond geeft. Het draagt bij aan de algemene sfeer van de roman, beïnvloedt het karaktergedrag en zet de toon. Het begrip en de waardering van het verhaal door lezers wordt verbeterd als ze zich bewust zijn van de setting.
De setting van een roman kan inderdaad veranderen naarmate deze vordert. Bepaalde verhalen hebben personages die naar nieuwe plaatsen reizen of tijdsperiodeverschuivingen ondergaan. Deze settingveranderingen komen vaak overeen met veranderingen in het verhaal of de groei van de personages.