Mitosis is een proces van celdeling dat twee genetisch identieke dochtercellen produceert uit één oudercel. Het is de meest voorkomende manier waarop cellen zich delen. In deze activiteit maken studenten een storyboard dat de stadia van mitose van begin tot eind modelleert. Studenten moeten ervoor zorgen dat ze een beschrijving geven van wat er in elke fase gebeurt, samen met een visuele weergave. Voor een alternatieve activiteit print je het voorbeeld-storyboard uit, knip je de cellen uit en laat je de studenten de stappen in de juiste volgorde zetten.
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Maak een storyboard met het proces van mitose.
Begin de les met een inleiding tot genetische aandoeningen, waarbij u benadrukt hoe deze kunnen voortkomen uit fouten tijdens de meiose. Bespreek veel voorkomende aandoeningen zoals het syndroom van Down, het syndroom van Turner en het Klinefelter-syndroom, en leg hun chromosomale basis uit. Introduceer de stadia van de meiose en benadruk waar en hoe fouten kunnen optreden, zoals non-disjunctie of translocaties.
Begeleid studenten bij het onderzoeken van specifieke genetische aandoeningen die het gevolg zijn van meiotische fouten. Bied bronnen aan zoals leerboeken, wetenschappelijke artikelen en betrouwbare online bronnen. Moedig hen aan om de oorzaken, symptomen en gevolgen van deze stoornissen te onderzoeken. Tijdens deze fase moeten leerlingen informatie verzamelen die ze later in hun storyboards zullen illustreren.
Studenten beginnen hun storyboards te maken en illustreren hoe meiotische fouten leiden tot de genetische aandoeningen die ze hebben onderzocht. Moedig ze aan om gedetailleerde illustraties van de meiosestadia toe te voegen, waarbij wordt aangegeven waar de fouten optreden en hoe deze resulteren in de specifieke chromosomale afwijkingen die verband houden met de door hen gekozen aandoening. Zorg voor kunstbenodigdheden voor traditionele storyboards of toegang tot digitale hulpmiddelen voor elektronische versies.
Laat de leerlingen hun storyboards aan de klas presenteren, waarin ze het proces van meiose uitleggen, de specifieke fout waarop ze zich concentreerden en hoe dit tot de genetische aandoening leidt. Volg elke presentatie met een klassikale discussie, waarbij vragen en verduidelijking mogelijk zijn. Dit versterkt niet alleen het materiaal, maar vergroot ook het begrip door middel van peer learning.
Mitose is verdeeld in verschillende fasen, elk met specifieke cellulaire gebeurtenissen. In Prophase condenseren chromosomen en worden ze zichtbaar, de nucleaire envelop wordt afgebroken en het spilapparaat begint zich te vormen. Tijdens Prometafase wordt de nucleaire envelop volledig opgelost en hechten spilvezels zich aan chromosomen. Metafase wordt gekenmerkt door de uitlijning van chromosomen langs de metafaseplaat op de evenaar van de cel, waardoor ze worden voorbereid op gelijke segregatie. In Anafase worden zusterchromatiden uit elkaar getrokken door de spilvezels en bewegen ze zich naar tegenovergestelde polen van de cel, die nu als afzonderlijke chromosomen worden beschouwd. Ten slotte omvat Telophase de hervorming van de nucleaire envelop rond elke set chromosomen aan de polen, beginnen de chromosomen te decondenseren en wordt het spilapparaat gedemonteerd. Deze fasen zorgen ervoor dat elke dochtercel een identieke set chromosomen ontvangt, wat cruciaal is voor het handhaven van de genetische stabiliteit over celgeneraties heen.
Fouten tijdens de mitose kunnen ernstige gevolgen hebben. Als chromosomen niet gelijkmatig in de dochtercellen worden verdeeld, resulteert dit in aneuploïdie, waarbij cellen een abnormaal aantal chromosomen hebben. Dit kan genetische aandoeningen veroorzaken en wordt vaak gezien in kankercellen, waar abnormale aantallen en structuren van chromosomen vaak voorkomen. Fouten in de vorming of bevestiging van de spoel kunnen ook leiden tot onjuiste chromosoomsegregatie. In ontwikkelingsstadia kunnen mitotische fouten leiden tot miskramen of aangeboren afwijkingen. Op cellulair niveau kunnen dergelijke fouten leiden tot celdood of veroudering (een toestand van permanente stopzetting van de celcyclus), waardoor de proliferatie van genetisch abnormale cellen wordt voorkomen.
Mitose komt voor in eukaryote cellen, waaronder een breed scala aan celtypen in meercellige organismen, zoals dieren, planten en schimmels. Niet alle cellen ondergaan echter mitose. Volwassen zenuwcellen en spiercellen bij mensen komen bijvoorbeeld vaak in een toestand die de G0-fase wordt genoemd, waarin ze zich niet verder delen. Aan de andere kant delen cellen in weefsels zoals de huid of de darmwand voortdurend door mitose. Daarentegen ondergaan prokaryotische cellen, zoals bacteriën, geen mitose; in plaats daarvan repliceren ze via een proces dat binaire splijting wordt genoemd, wat eenvoudiger is maar een soortgelijk doel dient: het distribueren van genetisch materiaal naar dochtercellen. Hoewel mitose wijdverspreid is over veel celtypen in meercellige organismen, is het voorkomen ervan specifiek voor de behoeften en het type organisme.