Scalaire hoeveelheden hebben alleen grootte (grootte) en geen richting, zoals tijd, energie en lengte. Vectorgrootheden hebben zowel grootte als richting. Vectoren kunnen worden voorgesteld door pijlen. De lengte van de pijl geeft de grootte van de hoeveelheid weer en de kop de richting. Snelheid en krachten zijn voorbeelden van vectoren. Om een kracht volledig te begrijpen, moet je zowel de grootte van de kracht weten, als ook de richting waarin de kracht werkt.
In deze activiteit maken studenten een T-diagram dat scalaire en vectorgrootheden identificeert en illustreert. Geef studenten een lijst met hoeveelheden en laat ze sorteren in vector- of scalaire hoeveelheden, of laat studenten zelf de hoeveelheden kiezen. Om studenten die hulp nodig hebben te ondersteunen, print het voorbeeldverhaal uit, snijd het in stukken en laat het studenten weer in elkaar zetten als een kaartsoort.
Vector | scalars |
---|---|
stoot | Lengte |
Verplaatsing | Temperatuur |
Gewicht | Spanning |
Versnelling | Tijd |
stuwkracht | macht |
Slepen | Gebied |
Lift | Energie |
Beweging | Druk |
Snelheid | Snelheid |
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Maak een T-diagram dat voorbeelden van scalaire en vectorgrootheden identificeert en illustreert.