Zodra studenten eenvoudige versnellings- en snelheidsvectoren (waar ze in dezelfde richting bewegen) onder de knie hebben, daag ze uit met situaties waarin de vectoren niet in dezelfde richting zijn. Studenten vinden dit concept vaak een uitdaging, maar dat hoeft het niet te zijn. In deze activiteit maken studenten vectordiagrammen die de versnelling en snelheid in verschillende situaties illustreren. De voorgestelde scenario's hieronder staan in de activiteitsinstructies, maar je kunt ervoor kiezen om studenten verschillende extra scenario's te bieden om te illustreren, zoals een auto die om een hoek gaat of een kanonskogel die uit een kanon wordt geschoten.
Het ruimtevaartuig beweegt in een cirkelvormig pad rond de aarde. Zijn snelheidsvector verandert voortdurend, zelfs als zijn snelheid constant is. De versnellingsvectorpijl wijst naar het centrum van de aarde, op dezelfde manier als de kracht ten gevolge van de zwaartekracht zou werken.
De snelheidspijl verandert naarmate de auto langzamer rijdt. De richting van de pijl blijft constant, in de richting waarin de auto beweegt. De grootte van de snelheidspijl neemt af naarmate de auto langzamer wordt. De versnellingspijl werkt in de tegenovergestelde richting van de snelheidspijl. Dit staat bekend als negatieve versnelling of vertraging.
De snelheidsvector wijst in de rijrichting en verandert naarmate de bal zijn pad volgt. De versnellingsvectorpijl blijft constant terwijl de bal in de lucht is. De pijl wijst rechtstreeks naar beneden naar de aarde.
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Maak vectordiagrammen voor versnelling en snelheid voor verschillende situaties.