Vragen kunnen beantwoorden met bewijs uit de tekst is een vaardigheid die studenten hun hele leven zullen gebruiken. In deze activiteit oefenen leerlingen deze oefening. Ze krijgen een vraag of een prompt en maken een storyboard dat de prompt beantwoordt met behulp van ten minste 3 bewijsstukken uit de tekst om hun antwoord te ondersteunen. De prompt voor het voorbeeld is: "Hoe is de relatie van Josh met zijn ouders?" Van studenten wordt verwacht dat ze de beschrijvingsvakken gebruiken om de vraag te beantwoorden en de antwoorden te illustreren. De leerlingen moeten drie voorbeelden uit de tekst vinden om hun antwoord te ondersteunen.
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Opleveringsdatum:
Doel: Maak een storyboard dat de prompt beantwoordt aan de hand van drie voorbeelden.
Instructies voor studenten:
Begin met het presenteren van een bekend verhaal of een hypothetische situatie die de leerlingen gemakkelijk kunnen waarnemen. Leraren kunnen over een beroemd verhalenboek in het algemeen praten en een gedetailleerde discussie aangaan om leerlingen te vragen hun argumenten te onderbouwen met behulp van bewijsmateriaal uit de tekst.
Leraren kunnen praten over de betekenis van bewijsmateriaal in het algemeen en in het dagelijks leven om een basis te leggen voor de lezing en de concepten. Bespreek bijvoorbeeld het belang van bewijsmateriaal in de rechtszaal. Leraren kunnen enkele voorbeelden en verwijzingen invoegen uit een cartoon of een verhaal waarmee leerlingen bekend zijn. Praat ook over de geloofwaardigheid en de authenticiteit van het bewijsmateriaal.
Geef de leerlingen wat oefening door ze cruciale passages in een tekst te laten onderstrepen of markeren. Het resultaat is dat het voor hen zichtbaar en reëel wordt. Moedig deze oefening aan wanneer leerlingen een nieuw verhaal of een andere vorm van tekst lezen.
Als de leerlingen eenmaal duidelijk zijn over het concept, leer ze dan hoe ze deze concepten in hun eigen geschriften kunnen toepassen. Geef ze enkele voorbeeldverhalen met belangrijk tekstueel bewijs en vraag ze om te oefenen door 5-10 regels korte verhalen te schrijven over onderwerpen naar keuze.
Houd gesprekken in groepen waar deelnemers elkaars argumenten kunnen bespreken en debatteren. Hierdoor krijgen ze kennis vanuit vele gezichtspunten. Omdat leerlingen zich in een jonger leerstadium bevinden, kunnen leraren interessante onderwerpen en discussie- en analysepunten voorstellen.
Tekstueel bewijsmateriaal geeft een duidelijk inzicht in de persoonlijkheden, gevoelens en connecties van personages door directe uitspraken en voorbeelden van hun gedrag aan te bieden. Wanneer leerlingen deze belangrijke details voortdurend benadrukken om later voor discussie te gebruiken, raken ze beter vertrouwd met de nuances en kenmerken van de personages. Studenten zullen ook de verschillen tussen verschillende karakters kunnen begrijpen en meer analysepunten kunnen bedenken.
Het analyseren van tekstueel bewijsmateriaal vergroot het vermogen van leerlingen om informatie te analyseren en te begrijpen door hen aan te moedigen kritisch na te denken. Door leerlingen ertoe aan te zetten de belangrijkste details te kiezen en deze te combineren tot een samenhangende analyse, wordt hun begrip van de tekst vergroot. Het vergroot ook hun vermogen om ideeën overtuigend en duidelijk over te brengen, een talent dat essentieel is in zowel academische als professionele contexten.