In de geometrie is er veel nieuwe woordenschat voor studenten om te beheersen. Ze moeten niet alleen vormen zoals rechthoek en driehoek identificeren, maar ze moeten ook delen van vormen kunnen identificeren, zoals basis, poot, stompe hoek, hoekpunt en meer! Het maken van grafieken voor studenten of met studenten kan hen helpen bij het organiseren van nieuwe concepten en een referentiepunt hebben voor beoordeling. In deze activiteit maken studenten een illustratie en geven ze een definitie voor elke geometrieterm.
Studenten herkennen vierkanten, cirkels en driehoeken gemakkelijk genoeg, maar woorden zoals "straal" en "loodrecht" zijn meestal nieuwe termen. Deze onbekende woorden zijn ook fundamenteel voor het begrijpen van meer gecompliceerde geometrie. Houd grafieken zoveel mogelijk schoon en eenvoudig. Als de voorbeeldafbeeldingen op de kaart te afleidend zijn, probeer dan een afzonderlijke diavoorstelling met meerdere voorbeelden terwijl u nieuwe woorden doorneemt met uw groep of klas.
Punt | Een enkele locatie in de ruimte of op een vlakke ondergrond |
---|---|
Lijn | Een verzameling punten die voor altijd in beide richtingen doorgaat |
Lijnstuk | Een deel van een lijn met twee eindpunten |
straal | Een deel van een lijn met één eindpunt |
Hoek | Twee stralen die een eindpunt delen |
Parallelle lijnen | Lijnen die elkaar nooit snijden |
Snijdende lijnen | Lijnen die door hetzelfde punt gaan |
Evenwijdige lijnen | Lijnen die elkaar kruisen en vier rechte hoeken vormen |
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Instructies voor studenten
Maak een diagram dat voorbeelden van geometrietermen definieert en illustreert.