Hier stelt de auteur de lezer bloot aan de belangrijke elementen van de 'opzet' of achtergrond van het verhaal, zoals de namen van de hoofdpersonages , de setting en de stemming .
Zdrs: 2
CONFLICT
Een probleem dat de hoofdpersoon moet oplossen of een obstakel dat hij moet overwinnen om zijn doel te bereiken.
Zdrs: 3
Stijgende actie
Bestaat uit alle gebeurtenissen die leiden tot de uiteindelijke climax van het verhaal.
Zdrs: 4
CLIMAX
Het moment waarop er een duidelijk keerpunt is voor het verhaal of de doelen van de hoofdpersoon. Dit kan zijn: een grote onthulling, het overwinnen van een obstakel of het oplossen van het grootste probleem van het personage.
Zdrs: 5
Dalend eind
Alle gebeurtenissen na het keerpunt die de lezer naar het einde/oplossing van het verhaal leiden. Deze gebeurtenissen zijn meestal meer ontspannen en nemen merkbaar in spanning af naarmate het verhaal zijn einde nadert.
Zdrs: 6
Oplossing
De resolutie is niet altijd vrolijk, maar maakt het verhaal wel compleet. Het kan alle vragen beantwoorden of juist een lezer achterlaten met vragen: een 'cliffhanger',