Zij (geniet/geniet van) ________ piano spelen.
Het team (is/zijn) ________ werkt hard om het kampioenschap te winnen.
Elke leerling (heeft/heeft) ________ een uniek talent.
Deze koekjes (smaak/smaken) ________ heerlijk.
Instructies: Identificeer in elke zin het onderwerp en het werkwoord, en zorg ervoor dat ze overeenkomen in aantal (enkelvoud of meervoud). Corrigeer eventuele fouten in de onderwerp-werkwoordovereenkomst.
Voer hier de titel in
Voeg hier een voorbeeldfoto in
Voeg hier een voorbeeldfoto in
Voeg hier een voorbeeldfoto in
Het nieuws (was/was) ________ voor iedereen verrassend.