Hel is de godin van de onderwereld, ook wel Hel genoemd. Zij wordt routinematig afgebeeld met blauwe huid en halfskelet, halfmenselijke eigenschappen.
Hel was de dochter van Loki en Angrböda, een reusachtig met wie Loki een affaire had. Haar broers en zussen waren Jörmungand de grote slang en Fenrir, de verschrikkelijke wolf. Odin en andere hooggeplaatste goden hadden profetieën over de drie broers en zussen gehoord en besloten iets te doen voordat ze te veel problemen kunnen veroorzaken. Ze gooiden Jörmungand in de zee, ze sluiten Fenrir in onbreekbare ketens, en Odin gooide Hel in het rijk van Helheim of Hel voor kort. Daar moest ze een huisvesting maken en verantwoordelijk zijn voor de zielen die aan ziekte of ouderdom zijn overleden, die hij hoopte haar druk te houden.
Toen Hodr de lelietje speelde die Baldur doodde, werd Baldur in Hel geherinnerd. Odin zond zijn zoon Hermod om Baldur terug te keren naar het land van de levende. Hel, nadat ze voelde dat ze een keer de overhand had, overeengekomen op een voorwaarde: dat de hele wereld voor Baldur wist om te bewijzen dat hij zo geliefd was als iedereen zei dat hij was. Hermod heeft het nieuws naar Odin teruggegeven, en inderdaad de wereld en alles in het huilde: behalve een reusachtigheid, wie was Loki in vermomming. Als gevolg daarvan bleef Helder Baldur in de gijzeling tot Ragnarök.
Helheim werd gezegd te zijn onder de wortels van de Yggdrasil-boom. In de boom werd gezegd dat de negen realm en Asgard, samen met de lente van kennis waar Mimir woonde, vasthouden.
Loki and Angrböda
The Underworld (Hel, or Helheim)