Een ding dat studenten vaak moeilijk vinden, is het correct en in de juiste context gebruiken van nieuwe wetenschappelijke vocabulaire. Bij het starten van een eenheid kan het nuttig zijn om ze aan alle nieuwe terminologie te introduceren en ze visuele vocabulaireborden te laten maken die elk woord definiëren en illustreren . Het hebben van een visueel voorbeeld samen met de definitie kan studenten helpen abstracte concepten te begrijpen.
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Maak een spinkaart die de belangrijkste koolstofcycluswoordenschat definieert en illustreert.
Wetenschappelijke terminologie heeft een zeer brede reikwijdte die niet in een paar lezingen kan worden behandeld. Leraren kunnen onderscheid maken tussen de moeilijkheidsgraden en onderwerpen en zich op een paar woorden tegelijk concentreren. De terminologie die in de biologie wordt gebruikt, is bijvoorbeeld anders dan die in de wiskunde.
Gebruik diagrammen, grafieken en afbeeldingen om de terminologie te verduidelijken. Dit bevordert het begrip, vooral voor ELA-studenten. Vraag hen om de zinnen te herhalen zodra u ze duidelijk uitspreekt. Dit verbetert de uitspraak en het begrip. Betrek studenten bij praktische oefeningen of wetenschappelijk onderzoek met de terminologie.
Als de leerlingen klaar zijn met een specifieke reeks woorden, vraagt u hen om woordenschatborden te maken waarop ze symbolen kunnen gebruiken om de woorden weer te geven, de betekenis ervan op te schrijven en te gebruiken, en deze ook met andere woorden op het bord te verbinden. Hoe zijn bijvoorbeeld de termen ‘halfrond’ en ‘elementen’ met elkaar verbonden?
Moedig uw leerlingen aan om met elkaar te communiceren en concepten te verduidelijken. Dit helpt bij het vasthouden en versterkt hun kennis. Vraag de leerlingen om de woorden te gebruiken in korte essays, paragrafen en zinnen. Hun kennis en benutting worden hierdoor versterkt.
Moedig de leerlingen aan om hun eigen leeractiviteiten te creëren en verschillende manieren te oefenen om meer informatie over de woordenschat te vinden. Studenten kunnen ook video's en afbeeldingen bekijken of uitleg van de termen lezen via internet om nieuwe dingen te leren.
Studenten kunnen de concepten van elementen, fotosynthese, biosfeer, ademhaling, verbindingen, diffusie, enz. begrijpen om de concepten en ideeën met betrekking tot de koolstofcyclus op een veel betere manier te begrijpen. Al deze termen en concepten zijn zeer belangrijke onderdelen van de koolstofcyclus. Daarom kunnen leerlingen eerst hun woordenschat uitbreiden en zich vervolgens concentreren op het leren van de nieuwe concepten.
Groene planten en bepaalde andere soorten gebruiken het proces van fotosynthese, waarbij lichtenergie van de zon wordt gebruikt om koolstofdioxide en water om te zetten in glucose en zuurstof, wat praktisch essentieel is voor het voortbestaan van zowel planten als mensen.
Bij het verbranden van organisch materiaal, zoals hout of fossiele brandstoffen, komt koolstofdioxide vrij in de atmosfeer en dit wordt verbranding genoemd.
In moleculen die bekend staan als koolstofverbindingen, zijn koolstofatomen verbonden met extra elementen zoals waterstof, zuurstof, stikstof en meer. Zij zijn de bouwstenen van al het leven. Leraren laten visuele afbeeldingen van deze verbindingen zien en gebruiken voorbeelden uit de praktijk om deze concepten uit te leggen.