Een chemische verandering treedt op wanneer een stof of stoffen veranderen om een nieuwe stof of stoffen te maken. Chemische verandering vindt plaats door chemische reacties. Chemische reacties zijn normaal niet gemakkelijk omkeerbaar omdat de atomen van een stof worden herschikt. Een fysieke verandering treedt op wanneer een stof of stoffen worden gecombineerd, maar het resultaat verandert niets aan de oorspronkelijke stoffen. Sommige fysieke veranderingen zijn gemakkelijker om te keren dan andere, zoals het oplossen van zout in water.
In deze activiteit maken studenten een T-diagram dat voorbeelden van chemische en fysische veranderingen illustreert. Vraag de cursisten om deze activiteit uit te breiden wat er tijdens de verandering gebeurt en waarom dit een voorbeeld is van een fysische of chemische verandering.
Voorbeelden van chemische verandering | Voorbeelden van fysieke verandering |
---|---|
Een ei koken | Smeltend ijs |
Een roestende nagel | Een fles frisdrank |
Een wedstrijd verbranden | Crumpling Paper in a Ball |
Zure melk | Boter smelt op toast |
(Deze instructies kunnen volledig worden aangepast. Nadat u op "Activiteit kopiëren" hebt geklikt, werkt u de instructies bij op het tabblad Bewerken van de opdracht.)
Identificeer en illustreer verschillende soorten chemische en fysische veranderingen.