Uitvinding van de Stoommachine

De stoommachine is een motor die de uitzetting en condensatie van stoom gebruikte om mechanisch werk uit te voeren. Stoomkracht werd gebruikt voor veel toepassingen, waaronder productie en transport. Stoomkracht werd uiteindelijk ingehaald door de verbrandingsmotor en elektriciteit.

Stoommachines gebruiken de uitzetting en condensatie van stoom om te bewegen. Stoomkracht is in de loop van de geschiedenis op veel gebieden gebruikt.

Het vroegste ontwerp van stoommachines was van Hero van Alexandrië. Hij ontwierp een apparaat dat ronddraaide toen het werd verwarmd. Hoewel het ontworpen was als een nieuwigheid, toonde hij aan dat stoom kan worden gebruikt om iets te laten bewegen. Stoomkracht werd voor het eerst gebruikt om water uit mijnen te pompen. Thomas Savery bouwde het eerste commerciële voorbeeld, dat hij in 1698 patenteerde. Een paar jaar later creëerde Thomas Newcomen nog een efficiëntere waterpomp. In 1712 creëerde hij 's werelds eerste atmosferische stoommachine die hij installeerde in een kolenmijn in Engeland. Ten tijde van de dood van Newcomen werden 100 van zijn motoren geïnstalleerd.

De Schotse ingenieur James Watt verbeterde de vroege modellen van Newcomen door een afzonderlijke condensor toe te voegen. Watt creëerde een motor die minder kolen gebruikte dan eerdere motoren. De Watt-motor was nog steeds een atmosferische motor, die zijn kracht beperkte. De volgende belangrijke verbetering kwam met de hogedrukmotoren van Richard Trevithick. Anders dan Watt en Newcomen's atmosferische motoren, gebruikten de motoren van Trevithick stoom om de motor aan te drijven, niet alleen om een ​​vacuüm te creëren. Deze motoren waren efficiënter en hadden veel meer toepassingen.

Tot nu toe vertrouwden de meeste fabrieken op energie van waterwielen, wat betekende dat ze dicht bij een rivier moesten zijn. Stoommachines maakten het mogelijk om fabrieken te bouwen weg van rivieren. Stoommachines kunnen worden gebruikt om fabrieksmachines in een veel hoger tempo te laten werken. Stoommachines werden ook gebruikt voor transport. De eerste locomotief werd gebouwd door Trevithick en werd gebouwd voor de ijzerfabriek van Coalbrookdale in het Verenigd Koninkrijk. Stoomboten en stoomtreinen lieten mensen verder en sneller dan ooit tevoren reizen.

Stoomtechnologie werd vervangen door diesel- en benzine-verbrandingsmotoren, omdat ze efficiënter zijn en langer kunnen werken. Stoomturbines worden nog steeds in veel landen gebruikt als een methode voor het opwekken van elektriciteit.