Met een creditcard kunnen mensen goederen en diensten betalen op basis van een overeenkomst waarbij de kaarthouder het bedrag dat ze hebben uitgegeven, plus eventuele kosten, terugbetaalt. Klanten kunnen dure artikelen kopen zonder een hoop zware munten of biljetten te dragen.
Een creditcard is een kaart waarmee mensen goederen of diensten kunnen betalen met krediet en die geen geld nodig hebben op het moment van aankoop. Met creditcards is het ook mogelijk geworden om te winkelen en andere financiële transacties via de telefoon of internet te voltooien, waardoor de wereldeconomie sterk toeneemt.
Vroege beschavingen gebruikten verschillende voorwerpen, zoals schelpen of munten als valuta. De valuta evolueerde naar gereguleerde munten en bankbiljetten. Het concept van creditcards wordt voor het eerst genoemd in het Edward Bellamy-boek Looking Backwards , dat werd geschreven in 1887. De vroegste voorganger van betaalkaarten was charismuntstukken. Klanten die grote accounts hadden, konden goederen bijschrijven op hun rekeningen met behulp van een muntje met hun rekeningnummer erop. Dit evolueerde naar laadplaten, waardoor mensen goederen op hun rekening konden laden en de rekening later konden verrekenen.
Diners Club-kaarten werden voor het eerst uitgebracht in 1950 en waren de eerste multifunctionele oplaadkaarten. Bank of America lanceerde in 1958 de eerste moderne creditcard in Fresno, Californië. De kaart stond bekend als de BankAmercard en zou later omgedoopt worden tot Visa. 'S Werelds tweede bankkaart kwam van een groep Californische banken die bekend staat als Interbank Card Association. Deze bankkaart heette Mastercard.
In 1960 introduceerde IBM de magneetstrip om creditcards te verifiëren. De magnetische streep verminderde het aantal creditcardfraude, omdat het de vertraging tussen de aankoop en de verificatie van het account verminderde. Tijdens de transactie moet de kassier nog controleren of de handtekening op de achterkant van de kaart overeenkomt met de handtekening op de afgedrukte slip. PIN-codes zijn in 1967 toegevoegd om automatische opname van geld uit geldautomaten mogelijk te maken.
De volgende stap in de creditcardtechnologie kwam met de toevoeging van een chip. Chip- en PIN-transacties beperkten de kans voor mensen om fraude te plegen, want zelfs als de kaart werd gestolen, kon deze niet worden gebruikt zonder de 4-cijferige pincode. Contactloze kaarten met RFID-technologie verschenen voor het eerst in 1997, maar werden pas in 2008 geaccepteerd door grote retailers. Contactloze kaarten vereisen niet dat de kaart de terminal raakt, in plaats daarvan wordt de kaart draadloos gelezen. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van mobiele betalingen en digitale portemonnees zoals Apple Pay.
Betaalkaarten en betaalpassen hebben betrekking op creditcards. In tegenstelling tot creditcards, moet je voor het gebruik van betaalkaarten aan het eind van de maand het volledige bedrag betalen. Betalingen voor pinpassen worden rechtstreeks van de bankrekening van de kaarthouder genomen.