Een camera is een optisch apparaat dat wordt gebruikt om beelden vast te leggen. Deze afbeeldingen kunnen in de camera worden opgeslagen en / of worden verzonden. Met camera's kunnen we gebeurtenissen vastleggen of bewijzen dat er iets is gebeurd.
Een camera is een apparaat dat wordt gebruikt om foto's te maken. Moderne camera's hebben een soortgelijk basisontwerp waarmee licht door een reeks lenzen in een afgesloten ruimte kan reizen. De lenzen richten het licht om een beeld te creëren. De hoeveelheid tijd die het licht mag binnengaan wordt geregeld door een sluitermechanisme. Het beeld wordt vervolgens opgenomen met behulp van fotografische film of een elektronische sensor.
Het woord camera komt van de Latijnse camera obscura , wat betekent "donkere kamer" of "donkere kamer". Een camera obscura is een fenomeen waarbij een afbeelding via een pengat of een lens op een scherm kan worden geprojecteerd. Lenzen hebben een voordeel ten opzichte van pinhole-camera's omdat ze een groter diafragma mogelijk maken. Dit verhoogt de hoeveelheid licht die wordt doorgelaten, waardoor een helderder beeld ontstaat.
De oudste nog bestaande foto werd genomen door Nicéphore Niépce in Frankrijk in 1827. Hij legde het beeld vast met een camera obscura en een tinnen plaat bedekt met bitumen van Judea. De bitumen verhardden bij blootstelling aan licht en de rest van de coating kon worden afgewassen om een afbeelding te onthullen. Dit proces leidde tot de Daguerreotypie, een proces waarbij een zilveren, lichtgevoelige coating werd gebruikt die beelden zou reproduceren wanneer deze aan zonlicht worden blootgesteld.
George Eastman ontwikkelde fotografisch papier in 1885. Vier jaar later creëerde hij de eerste fotografische film. De fotografische film was in zilver bekleed, net zoals de voorloper van Daguerreotype. Eastman heeft het Kodak-bedrijf opgericht. Eastman's film populariseerde fotografie door camerafilm betaalbaar te maken.
De volgende belangrijke ontwikkeling voor camera's was de opkomst van digitale fotografie. Digitale camera's vervangen fotografische film door elektronische sensoren. De eerste digitale camera maakte zijn eerste foto in 1975. Digitale camera's veranderden de manier waarop fotografen opnamen maken. Ze hoeven niet langer te wachten om de film te ontwikkelen om te zien hoe de beelden eruit zien. Foto's kunnen eenvoudig worden verwijderd zonder film te verspillen. Digitale afbeeldingen kunnen worden gewijzigd en bewerkt met behulp van computersoftware. De eerste cameratelefoon werd gemaakt in 2000. De meeste moderne smartphones hebben nu twee camera's, een aan de achterkant en een aan de voorkant, wat leidt tot de uitvinding van het woord "selfie".
Een videocamera is vergelijkbaar met stilstaande camera's, maar ze maken een reeks stilstaande beelden die ze na elkaar snel achter elkaar de illusie van bewegen geven. Film wordt door een projector geleid en kan worden versneld of vertraagd voor extra effect. De eerste films zijn gemaakt in de late jaren 1890.
De uitvinding van de camera stelde mensen in staat eenvoudig bewijs van een gebeurtenis vast te leggen. Mensen kunnen hun leven of gebeurtenissen eenvoudig documenteren en beelden met anderen delen. Camera's worden ook gebruikt voor het produceren van entertainment en decoratie, van ingelijste foto's tot kaskrakers.