Gedurende de eerste jaren van de 20e eeuw veranderden militaire doorbraken de macht en capaciteiten van legers over de hele wereld. Innovatie leidde al snel tot een wereldwijde concurrentie toen landen wapens gingen opslaan, hun militaire omvang uitbreidden en deze eenheden mobiliseren voor conflicten.
IMPERIËLE CONCURRENTIE
BELANGRIJKSTE Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog
Tussen 1870 en 1914 ontstond er een web van allianties tussen de wereldmachten. De Triple Alliantie van 1882 verbond Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië, terwijl de Triple Entente van 1907 Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland met elkaar verbond. In 1914 creëerden deze allianties een domino-effect van een conflict waarbij landen in de oorlog werden getrokken om hun bondgenoten te beschermen.
NATIONALISME
Van 1870 tot 1914 woedde het tijdperk van het nieuwe imperialisme over de hele wereld. Europese naties voerden een agressief imperialisme-beleid. Landen als Groot-Brittannië en Frankrijk breidden hun bereik over de hele wereld uit. Naarmate de kolonisatie toenam, namen ook de concurrentie en spanning tussen wereldmachten over land en hulpbronnen toe.
Nationalisme is een diep gevoel van patriottisme voor iemands land. Door de opkomst van het vooroorlogse imperialisme en het uitbreiden van grenzen, ontwikkelden naties een gevoel van superioriteit en plaatsten ze hun eigen belangen ruim boven die van anderen. Nationalisme gaf naties overmoed in hun militaire macht, wat de weg vrijmaakte voor de Eerste Wereldoorlog.
Sukurta daugiau nei 30 milijonų siužetinių lentelių