De lezer en Alice kijken tegelijkertijd naar de actie.
De lezer kent Alice's gedachten.
Ik vraag me af of ik ooit de bodem zal bereiken.
De verteller spreekt rechtstreeks naar de lezer.
Net toen stootte haar hoofd tegen het dak van de hal: ze was nu meer dan negen meter hoog en ze pakte meteen de kleine gouden sleutel in en haalde naar de tuindeur.
Alice dacht aan zichzelf, 'na zo'n herfst als dit, zal ik nimmer denken aan de trap af te trillen! Hoe moedig zullen ze me thuis aan me denken! Waarom zou ik er niks over zeggen, zelfs als ik van de top van het huis viel!
(En ze probeerde te curtsey als ze sprak - fancy curtseying als je door de lucht valt! Denk je dat je het kon beheersen?)