Alle gratis volwassen mannelijke burgers konden deelnemen aan grote vergaderingen. De stemmen van de rijken telden meestal meer dan de armen. Bijeenkomsten kozen magistraten en namen wetten aan. Dit was een vorm van directe democratie.
Magistraten werden gekozen en verhuisden vaak van lagere naar hogere ambten. Er waren quaestoren, Aediles, Tribunes of the Plebs en Praetors. De twee beste consuls leidden de staat, het leger en waren de hoogste rechters.
De senaat waren de rijkste en meest bekende oudere Romeinse mannen, vaak voormalige magistraten. Senatoren werden gekozen door een ambtenaar genaamd de censor. Ze hielpen wetten aan te nemen, het buitenlands beleid en overheidsgeld te controleren.